Naar inhoud springen

nominatiefken

Van Wiktionary
(Doorverweze van Nominatiefken)


Mofers

[bewirk]

Zelfstenjig naamwaord

[bewirk]

Neet-lemma

[bewirk]

nominatiefken /nomi̽na̽'tifkʲen/

  1. (neet-lemma) vorm innen diminutief van nominatief (mit liaison)
Aafbraeking
  • no-mi-na-tief-ken