Naar inhoud springen

flesken

Van Wiktionary
(Doorverweze van Flesken)


Mofers

[bewirk]

Zelfstenjig naamwaord

[bewirk]

Neet-lemma

[bewirk]

flesken /fl̥æskʲen/

  1. (neet-lemma) vorm innen diminutief van fles (mit liaison)
Aafbraeking
  • fles-ken