aanhauwe
Uiterlijk
Algemein Gesjreve Limburgs
[bewirk]Wirkwaord
[bewirk]aanhauwe (Nederlands: aanhouden, doorzetten, verhinderen, uitstellen, opschorten, verdagen, aanklampen, staande houden, tegenhouden, vasthouden)
- Verveuging
hilt aan, hool aan, aangehauwe
- Gezèkde
- aanhauwe mit: aanhouden met, een buitenechtelijke betrekking onderhouden