Naar inhoud springen

bonenstaak

Van Wiktionary

Nederlandjs

[bewirk]

Zelfstenjig naamwaord

[bewirk]

Lemma

[bewirk]

bonenstaak g /'bo:.nə(n).sta:k/

  1. boeanestaak

Verbuging

[bewirk]
inkelvaad mieëvaad
nom.: bonenstaak bonenstaken
dim.: bonenstaakje bonenstaakjes