Naar inhoud springen

borstrok

Van Wiktionary

Nederlandjs

[bewirk]

Zelfstenjig naamwaord

[bewirk]

Lemma

[bewirk]

borstrok g /'bɔrst.rɔk/

  1. borsrok

Verbuging

[bewirk]
inkelvaad mieëvaad
nom.: borstrok borstrokken
dim.: borstrokje borstrokjes