buitenstaander

Van Wiktionary

Nederlandjs[bewirk]

Zelfstenjig naamwaord[bewirk]

Lemma[bewirk]

buitenstaander g /'bœy̯.tə(n).sta:n.dər/

  1. boetestäönder

Verbuging[bewirk]

inkelvaad mieëvaad
nom.: buitenstaander buitenstaanders
dim.: buitenstaandertje buitenstaandertjes