Naar inhoud springen

erfstuk

Van Wiktionary

Nederlandjs

[bewirk]

Zelfstenjig naamwaord

[bewirk]

Lemma

[bewirk]

erfstuk ó /'ɛrf.stɵk/

  1. èrfstök

Verbuging

[bewirk]
inkelvaad mieëvaad
nom.: erfstuk erfstukken
dim.: erfstukje erfstukjes