Naar inhoud springen

gemeenschap

Van Wiktionary

Nederlandjs

[bewirk]

Zelfstenjig naamwaord

[bewirk]

Lemma

[bewirk]

gemeenschap g /ɣə.'me:n.sxap/

  1. gemeinsjap

Verbuging

[bewirk]
inkelvaad mieëvaad
nom.: gemeenschap gemeenschappen
dim.: gemeenschapje gemeenschapje