Naar inhoud springen

hoogtijdag

Van Wiktionary

Nederlandjs

[bewirk]

Zelfstenjig naamwaord

[bewirk]

Lemma

[bewirk]

hoogtijdag g /'ho:x.tɛi̯.dax/

  1. (kirk) hoeagtiedsdaag

Verbuging

[bewirk]
inkelvaad mieëvaad
nom.: hoogtijdag hoogtijdagen
dim.: hoogtijdagje hoogtijdagjes