Naar inhoud springen

huivering

Van Wiktionary

Nederlandjs

[bewirk]

Zelfstenjig naamwaord

[bewirk]

Lemma

[bewirk]

huivering g /'hœy̯.və.rɪŋ/

  1. sjoever

Verbuging

[bewirk]
inkelvaad mieëvaad
nom.: huivering huiveringen
dim.: huiverinkje huiverinkjes