Naar inhoud springen

aanwinst

Van Wiktionary

Nederlandjs

[bewirk]

Zelfstenjig naamwaord

[bewirk]

Lemma

[bewirk]

aanwinst g /'a:n.ʋɪnst ~ 'a:n.β̞ɪnst/

  1. aanwins

Verbuging

[bewirk]
inkelvaad mieëvaad
nom.: aanwinst aanwinsten
dim.: aanwinstje aanwinstjes