Naar inhoud springen

geldbuidel

Van Wiktionary

Nederlandjs

[bewirk]

Zelfstenjig naamwaord

[bewirk]

Lemma

[bewirk]

geldbuidel g /'ɣɛld.bœy̯.dəl/

  1. maal
  2. geldjbujel

Verbuging

[bewirk]
inkelvaad mieëvaad
nom.: geldbuidel geldbuidels
dim.: geldbuideltje geldbuideltjes